Zilt & Wild
Culinaire excursies op het slik langs de Oosterschelde

Over oesters

De strenge vorst in 1962-63 leidde tot een sterfte van 80 procent van het oesterbestand in de kweeksector. Dit, in combinatie met het besluit om de Oosterschelde in te dammen, leidde ertoe dat 160 oesterkwekers massaal de sector verlieten. Tien grotere bedrijven, die zich ook toelegden op de handel van andere schelpdieren, besloten hun percelen niet in te leveren. Nadat besloten was een stormvloedkering in de Oosterschelde te bouwen, konden zij hun bedrijf voortzetten.

Na de grote sterfte van de oesters werden er vanuit Frankrijk platte oesters geïmporteerd. En met deze import-oesters kwam in de jaren ’70 de ziekte Bonamiasis de Oosterschelde binnen. De platte oesters zijn gevoelig voor deze ziekte, waardoor weer een deel van het oesterbestand verloren ging. Als gevolg daarvan werd de Japanse oester (lijkt heel veel op de Portugese oester) in Nederland geïntroduceerd. Deze oesters werden vanaf 1964 geëxploiteerd nadat ze eerst uit Brits Columbia en later uit Frankrijk werden geïmporteerd. De Japanse variant bleek goed te gedijen in de Oosterschelde. De oesters plantten zich massaal voort, waardoor de productie toenam. Bovendien bleek deze oester van een zeer goede kwaliteit te zijn en niet gevoelig voor Bonamiasis. Inmiddels heeft de Japanse oester zich helemaal aan de Oosterschelde aangepast en is ook in het wild veelvuldig te vinden. De Japanse oester wordt inmiddels Zeeuwse oester of Zeeuwse Creuse genoemd.

Over zeewier

Bij Toos vind je verschillende soorten eetbare rood-, bruin- en groenwieren. Van de bruinwieren zie je vooral de soorten die zich graag hechten aan stenen op de glooiing onder aan de buitendijk tot daar waar het water komt als het vloed is. De meest voorkomende soorten bruinwier zijn knotswier en de gezaagde zee-eik. Van de groenwieren vind je vooral darmwier en zeesla die graag op het slik groeien. Wat betreft de roodwieren zijn het vooral de soorten priemwier, iers mos en slijmerige drakentong die je tegenkomt, vaak gehecht aan een steen, oester, een boei of ander vast voorwerp.